notulen
Nederlands
Woordafbreking
- no·tu·len
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aantekeningen van vergadering’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1592 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | notulen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
notulen mv
- een verslag van een bijeenkomst
- De notulen worden steeds door iemand anders gemaakt.
Vertalingen
1. een verslag van een bijeenkomst
Gangbaarheid
- Het woord notulen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'notulen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.