noteren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • no·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aantekenen’ voor het eerst aangetroffen in 1400 [1]
  • afgeleid van het Franse noter (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
noteren
noteerde
genoteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

noteren

  1. aantekeningen maken
    • Noteer woord voor woord zijn verklaring. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord noteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.