noodklok
Nederlands
Woordafbreking
- nood·klok
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nood en klok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noodklok | noodklokken |
verkleinwoord | noodklokje | noodklokjes |
Zelfstandig naamwoord
noodklok v/m
- een alarmklok
- De noodklok werd direct geluid.
- Hulporganisaties luiden noodklok over Europese vluchtelingendeal [1]
Opmerkingen
- Wordt vaker in figuurlijke dan in letterlijke zin gebezigd.
Uitdrukkingen en gezegden
|
Gangbaarheid
- Het woord noodklok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'noodklok' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.