nicotine
Nederlands
Woordafbreking
- ni·co·ti·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘alkaloïde in tabak’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nicotine | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
nicotine v / m
- (scheikunde) vloeibaar, scherp en vluchtig alkaloïde in tabak, een zeer krachtig vergif, dat eerst opwekt en later verlammend werkt
Gangbaarheid
- Het woord nicotine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nicotine' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.