neonazi
Nederlands
Woordafbreking
- neo·na·zi
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘aanhanger van modern nationaal-socialisme’ voor het eerst aangetroffen in 1979 [1]
- afgeleid van nazi met het voorvoegsel neo-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neonazi | neonazi's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
neonazi v / m
- aanhanger van het neonazisme (d.w.z. nazisme van na de Tweede Wereldoorlog)
- de neonazi stootte primitieve kreten uit
Gangbaarheid
- Het woord neonazi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'neonazi' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.