negerin
Nederlands
Woordafbreking
- ne·ge·rin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | negerin | negerinnen |
verkleinwoord | negerinnetje | negerinnetjes |
Zelfstandig naamwoord
negerin v [2]
- een vrouw met een donkere huid met voorouders die uit Afrika komen
- „De allermooiste negerin van de hele wereld en haar blonde wonderschone vriendin verdwijnen in de bocht”, staat in Gipharts roman Ik ook van jou uit 1992. Het zinnetje in het best verkochte debuut van dat jaar was indertijd niet aanstootgevend. Vorige week besloot uitgeverij Nijgh & Van Ditmar tot een jubileumeditie. De vraag was alleen: wat te doen met het woord ‘negerin’ dat enkele malen in de roman voorkomt? Giphart: „Ik kwam daarop omdat in het Rijksmuseum de titels en omschrijvingen werden aangepast: ‘zwarte negerin’ werd bijvoorbeeld ‘Surinaams meisje’. Die beslissing riep toen veel discussie op. Met de uitgeverij heb ik er in verband met deze jubileumuitgave veel over gesproken. Negerin is nu een vervelend woord, in de jaren negentig niet. Ik vind het nog steeds ingewikkeld. We hebben het zo gelaten, nu zou ik de verteller niet meer zo laten denken.”[3]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord negerin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'negerin' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- negerin op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Toef Jaeger 13 maart 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.