negenvoud

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·voud
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord negenvoud negenvouden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

negenvoud o

  1. in negenvoud: negen exemplaren van hetzelfde
    • Zo’n honderd gemeenten en organisaties in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland hebben op de expositie ingetekend. Deze komt in negenvoud beschikbaar.[1] 
  1. (wiskunde) een getal dat deelbaar is door 9
    • De leeftijd van de moeder bij geboorte van het kind is altijd een negenvoud, omdat ab – ba is 10a + b – (10b + a) is 9(a – b) met a en b nog steeds gehele getallen onder de tien.[2] 
Afgeleide begrippen
  • negenvoudig

Gangbaarheid

  • Het woord negenvoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 06-01-2009 Expositie over Calvijn toert door Duitsland
  2. NRC Ellen de Bruin 9 juni 2017 Verjaardagswiskunde
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.