nazenden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·zen·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nazenden
zond na
nagezonden
klasse 3 volledig

Werkwoord

nazenden

  1. ditransitief iets aan iemand toesturen die al vertrokken is
    • We hebben hem de koffer die hij had laten staan nagezonden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nazenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.