navertellen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·ver·tel·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
navertellen
vertelde na
naverteld
zwak -d volledig

Werkwoord

navertellen

  1. een gebeurtenis overleven, zodat men achteraf kan verhalen over die gebeurtenis,
    • Miraculeus genoeg kan hij de crash met het vliegtuig heelhuids navertellen. 
    • Velen konden de ramp niet navertellen. 
  1. opnieuw vertellen
    • De sappige roddel wordt nog regelmatig naverteld. 
    • Het verhaaltje is snel naverteld. 

Gangbaarheid

  • Het woord navertellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.