nase

Frans
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

nase m

  1. (spreektaal) gok, snufferd [1]
  2. (spreektaal) achterlijke, idioot
  1. «Y a que des gros nases au boulot!»
    Op het werk zitten alleen maar idioten!
  1. «C’est quoi cette musique de nases?»
    Wat is dit voor achterlijke muziek? [1]
Schrijfwijzen
Synoniemen

Bijvoeglijk naamwoord

nase

  1. (spreektaal) kapot, naar de bliksem
  1. «Mon disque dur, il est nase.»
    Mijn harde schijf is naar de bliksem. [1]
  2. (spreektaal) achterlijk, idioot [1]
  3. (spreektaal) doodmoe
  1. «Je sors pas ce soir, j’suis trop nase.»
    Ik ga vanavond niet uit, ik ben veel te moe. [1]
Schrijfwijzen
Synoniemen

Verwijzingen
  1. Wouw, B. van de Woordenboek populair Frans - Nederlands 2e druk (2014) Uitgeverij Arti-Choc, Breda; p. 138
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.