nap
Nederlands
Woordafbreking
- nap
Zelfstandig naamwoord
nap m
- een houten kom
- een diepe schotel
Hyponiemen
- bedelnap, zuignap
Gangbaarheid
- Het woord nap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nap' herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen. |
Engels
Zelfstandig naamwoord
nap
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to nap |
he/she/it | naps |
verleden tijd | napped |
voltooid deelwoord |
napped |
onvoltooid deelwoord |
napping |
gebiedende wijs | nap |
Werkwoord
nap
- een dutje doen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.