naarstig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • naar·stig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ijverig’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
  • afgeleid van ernst met het achtervoegsel -ig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen naarstignaarstigernaarstigst
verbogen naarstigenaarstigerenaarstigste
partitief naarstigsnaarstigers-

Bijvoeglijk naamwoord

naarstig

  1. ijverig en vlug
  2. (Limburg) vlijtig
Afgeleide begrippen
  • naarstigheid, naarstiglijk
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord naarstig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.