munitie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  munitie    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Nederland) /mʏˈnitsi/
    • (Vlaanderen) mʏˈnisi//
Woordafbreking
  • mu·ni·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schietvoorraad’ voor het eerst aangetroffen in 1551 [1]
  • via het Frans van het Latijnse munire (voorzien)
enkelvoud meervoud
naamwoord munitie munities
munitiën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

munitie v/m

  1. schietbenodigdheden
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • munitiedepot
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord munitie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.