muiterij
Nederlands
Woordafbreking
- mui·te·rij
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘oproer’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
- Naamwoord van handeling van muiten met het achtervoegsel -erij [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muiterij | muiterijen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
muiterij v [3]
- (militair) (scheepvaart) oproer (vooral in het leger en op schepen)
Gangbaarheid
- Het woord muiterij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'muiterij' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.