monument

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·nu·ment
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘gedenkteken’ voor het eerst aangetroffen in 1665 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord monument monumenten
verkleinwoord monumentje monumentjes

Zelfstandig naamwoord

monument o

  1. een groot gedenkteken
    • Het monument van Laurens Janszoon Coster staat op de Grote Markt te Haarlem. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord monument staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.