monetair
Nederlands
Woordafbreking
- mo·ne·tair
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘m.b.t. het geld’ voor het eerst aangetroffen in 1921 [1]
- afgeleid van het Franse monétaire of het Latijnse moneta (munt) met het achtervoegsel -air [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | monetair | monetairder | monetairst |
verbogen | monetaire | monetairdere | monetairste |
partitief | monetairs | monetairders | - |
Afgeleide begrippen
- monetair beleid, monetarisme, monetarist
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord monetair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'monetair' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.