moduul

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·duul
enkelvoud meervoud
naamwoord moduul modulen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

moduul m

  1. min of meer zelfstandig onderdeel van een groter geheel
Synoniemen
Hyponiemen
  • astromoduul, basismoduul, bouwmoduul
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord moduul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.