misnoegen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·noe·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord misnoegen misnoegens
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

misnoegen o

  1. een gevoel van onvrede en onbehagen, gewoonlijk veroorzaakt door iemands optreden
    • Zijn opmerking lokte het misnoegen van zijn baas uit. 
Vertalingen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
misnoegen
misnoegde
misnoegd
zwak -d volledig

Werkwoord

misnoegen

  1. overgankelijk een gevoel van onvrede en onbehagen bij iemand veroorzaken
    • Zijn opmerking misnoegde zijn baas vreselijk. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord misnoegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.