middenpad

Nederlands

middenpad van een kerk
Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·den·pad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord middenpad middenpaden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

middenpad o [2]

  1. het pad in het midden van een ruimte
    • Janna Strub uit Uithoorn ging de eerste dag van september even boodschappen doen bij AH "en wie schetst mijn verbazing: op een aparte stelling in de entree naast het middenpad staan alweer de Sint Nicolaas-versnaperingen. Banketstaven, pepernoten, speculaas, al dan niet gevuld, enz."[3] 
  1. (figuurlijk) de middenweg die geen keuze maakt tussen het ene of het andere
    • Vincent, achterkleinzoon van oprichter Willem Vroom, maakte zich eind vorig jaar geen enkele illusie dat de zaak nog zou zijn te redden. „Boos ben ik wel geweest, want jarenlang bleven de opeenvolgende directies het middenpad bewandelen. Het pruttelde te ver door in een non-formule.”[4] 
    • Het weer eens wat anders: de veiligheidsinstructies aan boord van een vliegtuig rappend brengen in plaats van via een televisiescherm of praatje in het middenpad.[5] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord middenpad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. middenpad op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. de Telegraaf 02 sep. 2015
  4. de Telegraaf MARIE-THÉRÈSE ROOSENDAAL 23 dec. 2016
  5. de Telegraaf PRISCILLA SPEIJER 11 feb. 2013
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.