metropoliet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·tro·po·liet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘hoofd van kerkprovincie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1664 [1]
  • afgeleid van metropool met het achtervoegsel -iet [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord metropoliet metropolieten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

metropoliet m [3]

  1. (religie) aartsbisschop
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord metropoliet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.