meimaand

Nederlands

meimaand
Uitspraak
  • Geluid:  meimaand    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɛimant/
Woordafbreking
  • mei·maand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meimaand meimaanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

meimaand v/m [1]

  1. de vijfde maand van het jaar die voor de junimaand komt en na de aprilmaand
    • Het is deze meimaand weliswaar waarschijnlijk de warmste mei ooit gemeten, maar dit betekent niet dat het continu strandweer geweest is. Weerplaza: "De millimeters worden bij ons voornamelijk in De Bilt gemeten en daar was het redelijk droog. Wij spreken dus niet van een regenrecord, maar ik kan me voorstellen dat dit in andere delen van Nederland wel het geval is." [2] 
    • "Ik denk wel dat ik sta waar ik moet staan. Dat ik ben waar ik moet zijn", klink het, na een lange uitleg over de drukke meimaand, waarin ze met wedstrijden in Qatar, China en Amerika vooral investeerde in ritme opdoen. In haar lichaam gewend laten raken aan de belasting van topwedstrijden. [3] 
Synoniemen
Verwante begrippen
  • januarimaand, februarimaand, maartmaand, aprilmaand, meimaand, junimaand, julimaand, augustusmaand, septembermaand, oktobermaand, novembermaand, decembermaand
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord meimaand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.