meespelen
Nederlands
Woordafbreking
- mee·spe·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mee bw en spelen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meespelen |
speelde mee |
meegespeeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
meespelen
- inergatief deelnemen aan een spel of wedstrijd
- De topscorer kon die wedstrijd wegens een blessure niet meespelen.
- absoluut mede een rol spelen in de gebeurtenissen
- Er speelde mee dat men angst had voor een inval van het buurland.
Gangbaarheid
- Het woord meespelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'meespelen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.