meerderen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • meer·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van meer met het achtervoegsel -eren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meerderen
meerderde
gemeerderd
zwak -d volledig

Werkwoord

meerderen [1]

  1. onovergankelijk (formeel) vermeerderen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

meerderen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord meerdere

Gangbaarheid

  • Het woord meerderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.