meeblazen

• Geluid:  meeblazen    (hulp, bestand)

• mee·bla·zen

• samenstelling van  mee bw  en  blazen ww 

meeblazen

1. spelen op een blaasinstrument in een orkest of bandje

1. • De voorjaarscollectie, bruids- en badmode, het kwam allemaal voorbij. Scholieren fungeerden als mannequin en dressman. Voor Sebastiaan was het aanpoten: behalve organiseren moest hij ook de catwalk op. De leerling van 5 vwo moest ook zijn deuntje meeblazen in de band die de modellen begeleidde. [1] 

1. • Het plan om met orkesten uit alle provincies op de Dam een muzikaal eerbetoon te brengen viel in duigen. „Aan ons heeft het niet gelegen”, verzucht de oud-administrateur van de Hogeschool Enschede, die als gedreven tenorsaxofonist z’n partijtje zou meeblazen. [2] 

• een partijtje/deuntje meeblazen

1. • Voorafgaand aan de vergadering van de stedelijke commissie wordt vanavond op het Ei van Ko in Enschede een grote Nederlandse demonstratie gehouden. De burgemeester van Bentheim wil dat de Duitsers hier hun partijtje meeblazen. [3] 

1. • De organiserende A.S.V.D. wil graag autocrossers in huis halen die ook landelijk al een deuntje meeblazen . De crossklasse wordt daardoor opgewaardeerd. Niet alleen omdat deze auto’s bijna wekelijks hun wedstrijden rijden, maar ook omdat deze jongens veel geld investeren om hun bolide steeds sneller te krijgen. [4] 

• Het woord meeblazen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'meeblazen' herkend door: