mediteren
Nederlands
Woordafbreking
- me·di·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘peinzen’ voor het eerst aangetroffen in 1360 [1]
- afgeleid van het Franse méditer (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
mediteren |
mediteerde |
gemediteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
mediteren [3]
- inergatief in zichzelf keren om de diepste werkelijkheid te ervaren
- inergatief in gedachten verzonken zijn
- inergatief een contemplatieve, vrome overdenking houden
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord mediteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mediteren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.