peinzen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: peinzen (hulp, bestand)
- IPA: /ˈpɛinzə(n)/
- (Noord-Nederland, Limburg): /ˈpɛɪ̯nzə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈpɛːnzə(n)/
Woordafbreking
- pein·zen
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘denken’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- van Middelnederlands pensen, gaat net als Frans penser terug op Latijn pensare [2][3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
peinzen |
peinsde |
gepeinsd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
peinzen
- inergatief heel diep nadenken
- Hij zat al de hele middag op de bank te peinzen.
Vertalingen
1. heel diep nadenken
Gangbaarheid
- Het woord peinzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'peinzen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.