medeweten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·de·we·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van mede en Naamwoord van handeling weten
enkelvoud meervoud
naamwoord medeweten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

medeweten o

  1. voorkennis, weten samen met iemand anders
    • Ik heb deze brief met medeweten van mijn vrouw verstuurd. 
    • Zonder medeweten van mijn baas heb ik de arbeidsinspectie op de hoogte gesteld van de wantoestanden in het bedrijf. 

Gangbaarheid

  • Het woord medeweten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.