medeorganisator

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·de·or·ga·ni·sa·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord medeorganisator medeorganisatoren
medeorganisators
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

medeorganisator m

  1. iemand waarmee men samen een evenement of iets anders tot stand brengt
    • „We gaan binnenkort in overleg over de toekomst van het Watermölle Noaberfestival. We willen er wel mee doorgaan, maar weten nog niet hoe", zegt medeorganisator Willem Mekkelholt. Hij organiseerde het evenement de afgelopen twee jaar samen met Robert Overbeek en André Grobbink. [1] 
    • Dik Beker (67) startte in 2003 met zijn eigen wijndomein in Erichem. Hij won een aantal zilveren en gouden medailles met zijn wijnen en hoorde bij de top in Nederland. In 2013 deed hij het bedrijf over aan zijn zoon. Hij is nu actief als adviseur, medeorganisator van de wijnkeuring van de Lage Landen en bestuurslid van de Vereniging Nederlandse Wijn Producenten. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord medeorganisator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tubantia Stefan Wegdam 17-08-18 Geen Noaberfestival deze zomer in Haaksbergen
  2. Tubantia Arwen Kleyngeld > 12-09-18 Nederlandse wijn schiet wortel
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.