maïspap
Nederlands
Woordafbreking
- maïs·pap, ma·is·pap
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van maïs zn en pap zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maïspap | maïspappen |
verkleinwoord | maïspapje | maïspapjes |
Zelfstandig naamwoord
maïspap v/m
- (voeding) gerecht bereid door het koken van een mengsel van maismeel met een vloeistof
- Alles draaide om die maïs, want had je maïs dan had je in ieder geval iets te eten. De dorpelingen van Dickson konden geen andere aspiraties hebben dan dat: maïspap in je maag. Niet sterven van de honger. [1]
Gangbaarheid
- Het woord maïspap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'maïspap' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Vos, M. de Alle dagen maïspap (20 september 2010) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2018-05-15
- Zie taaladvies Onze Taal
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.