maïskoek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maïskoek    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈmaʲɪskuk/
Woordafbreking
  • ma·is·koek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maïskoek maïskoeken
verkleinwoord maïskoekje maïskoekjes

Zelfstandig naamwoord

maïskoek m

  1. een koek, gemaakt met meel vervaardigd uit maïs
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

  • Het woord maïskoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.