mastiek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mas·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mastiek -
verkleinwoord mastiekje mastiekjes

Zelfstandig naamwoord

mastiek m / o [2]

  1. kostbare harssoort afkomstig van de mastiekboom, o.a. gebruikt voor schilderijvernis
  2. kit
  3. een bindmiddel in asfaltmengsels, bestaande uit zand, koolteerpek en vulstof dat o.m. werd gebruikt als bedekking voor platte daken
  4. stopverf
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord mastiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.