masochisme
Nederlands
Woordafbreking
- ma·so·chis·me
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘het ondergaan van vernederingen voor seksuele bevrediging’ voor het eerst aangetroffen in 1899 [1]
- afgeleid van de Oostenrijkse schrijver Leopold von Sacher-Masoch (1836-’95) met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | masochisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
masochisme o
- het beleven van (seksueel) genot aan onderwerping of kleinering
- Kun jij je prettig voelen bij masochisme?
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord masochisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'masochisme' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Frans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.