margay
Nederlands
Woordafbreking
- mar·gay
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘katachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1976 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | margay | margays |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
margay m
- (dierkunde) Leopardus wiedii, een kleine katachtige, behoort tot de pardelkatten
Vertalingen
1. een kleine katachtige, behoort tot de pardelkatten
Gangbaarheid
- Het woord margay staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'margay' herkend door:
4 % | van de Nederlanders; |
8 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.