malafide

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·la·fi·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘te kwader trouw’ voor het eerst aangetroffen in 1805 [1]
  • van het Latijnse mala fide (kwade trouw, trouweloos, kwaadaardig) [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen malafidemalafider
verbogen malafidere
partitief malafidesmalafiders-

Bijvoeglijk naamwoord

malafide [3]

  1. (vooral van zakenlieden:) onbetrouwbaar, te kwader trouw
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord malafide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.