magazine

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  magazine    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɛ.ɡə.zin/ of:  /ma.ɣaˈzi.nə/  bij meer vernederlandste uitspraak
Woordafbreking
  • ma·ga·zi·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘periodiek’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
  • van Engels magazine [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord magazine magazines
verkleinwoord magazinetje magazinetjes

Zelfstandig naamwoord

magazine o

  1. gedrukte publicatie die met vaste tussenpozen verschijnt
  2. nieuwsprogramma op radio of tv dat met vaste tussenpozen wordt uitgezonden
Opmerkingen
  • De Woordenlijst gaat ook in het geval van de meer Amerikaanse manier van uitspreken kennelijk uit van een mogelijke afbreking na i omdat die lang (als ie) wordt uitgesproken. Omdat "zine" in dit geval als één lettergreep kan worden uitgesproken, is ook ook verdedigbaar dat na i niet kan worden afgebroken en de Amerikaanse uitspraak wordt gebruikt, zoals in Van Dale[3] staat en hierboven tussen haakjes is vermeld. Bij een meer vernederlandste uitspraak is afbreken na de i altijd mogelijk.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord magazine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
  • Geluid:  magazine    (hulp, bestand)
  • IPA: /mæɡəˈziːn/
Woordafbreking
  • mag‧a‧zine
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
magazine magazines

Zelfstandig naamwoord

magazine

  1. gedrukte publicatie die met vaste tussenpozen verschijnt
  2. opslagplaats voor munitie
  3. magazijn van een vuurwapen
  4. plaats in een apparaat voor een los onderdeel dat gemakkelijk kan worden gewisseld
Overerving en ontlening
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.