macaron
Engels
Woordafbreking
- ma·ca·ron
Zelfstandig naamwoord
macaron m
- (voeding) makaron, amandelkoekje, bitterkoekje; koekje bereid uit amandelspijs en eiwit, met naar plaats en tijd verschillende bereidingswijzen
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /makaˈʁɔ̃/
Woordafbreking
- ma·ca·ron
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
macaron | le macaron | macarons | les macarons |
Zelfstandig naamwoord
macaron m
- (voeding) makaron, amandelkoekje, bitterkoekje, suikerbroodje[1][2]; koekje bereid uit amandelspijs en eiwit, met naar plaats en tijd verschillende bereidingswijzen
- haardracht waarbij het haar in twee wrongen bij de oren wordt opgerold
- rozet, button
Verwijzingen
- Marin, P. Fransch en Nederduitsch Woorden-Boek 4e druk (1762) Jan van Eyl, Amsterdam; p. 670
- Marin, P. Fransch en Nederduitsch Woorden-Boek 6e druk (1793) Jan van Eyl, Amsterdam; p. II-85
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.