maandinkomen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maand·in·ko·men
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maandinkomen maandinkomens
verkleinwoord maandinkomentje maandinkomentjes

Zelfstandig naamwoord

maandinkomen o

  1. (financieel) wat men per maand verdient
    • Het maandinkomen van de huisarts was ongeveer 10.000 euro. 
Synoniemen
  1. maandloon

Gangbaarheid

  • Het woord maandinkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.