maak gebruik

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maak ge·bruik
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
gebruikmaken

maak (…) gebruik

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gebruikmaken
    • Ik maak gebruik. 
  2. gebiedende wijs van gebruikmaken
    • Maak gebruik! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gebruikmaken
    • Maak je gebruik? 

Gangbaarheid

  • Het woord maak gebruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.