maak gebruik
Nederlands
Woordafbreking
- maak ge·bruik
Woordherkomst en -opbouw
- uit maak (werkwoord) en gebruik (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gebruikmaken |
maak (…) gebruik
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gebruikmaken
- Ik maak gebruik.
- gebiedende wijs van gebruikmaken
- Maak gebruik!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gebruikmaken
- Maak je gebruik?
Gangbaarheid
- Het woord maak gebruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.