gebruikmaken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·bruik·ma·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gebruikmaken
maakte gebruik
gebruikgemaakt
zwak -t volledig

Werkwoord

gebruikmaken

  1. overgankelijk nuttig inzetten, een mogelijkheid benutten
    • Hij besloot daar niet gebruik van te maken. 

Gangbaarheid

  • Het woord gebruikmaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.