luiwerk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lui·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luiwerk luiwerken
verkleinwoord luiwerkje luiwerkjes

Zelfstandig naamwoord

luiwerk [1] [2]

  1. een inrichting op een molen voor het ophijsen (luien) en laten zakken (afschieten) van zakken graan en meel.
  2. voorziening waar de torenklokken inhangen

Gangbaarheid

  • Het woord 'luiwerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.