luar

Indonesisch
Woordafbreking
  • lu·ar

Zelfstandig naamwoord

luar

  1. buitenkant
  1. «obat luar»
    geneesmiddel voor uitwendig gebruik
  2. wat buiten iets gelegen is
  1. «Ibu datang dari luar.»
    Moeder komt van buiten.
  1. «di luar negeri»
    in het buitenland
Afgeleide begrippen
  • luaran, meluar, meluarkan
  • keluar


Nynorsk
Woordafbreking
  • lu·ar

Werkwoord

luar

  1. tegenwoordige tijd van lua

Werkwoord

luar

  1. tegenwoordige tijd van lue


Portugees
enkelvoud meervoud
luar luares

Zelfstandig naamwoord

luar m

  1. maneschijn
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.