loopwerk
Nederlands
Woordafbreking
- loop·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lopen ww en werk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loopwerk | loopwerken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
loopwerk o [1]
- het lopen
- Doelman Martin Pieckenhagen heeft dinsdag al weer een training afgewerkt op het veld. De Duitse keeper van Heracles hield het bij wat loopwerk en trainde even met de bal met een lid van de medische staf. Volgens fysiotherapeut Jos van Putten is de kans heel redelijk dat Pieckenhagen de wedstrijd van vrijdag tegen NAC zal halen. [2]
- Tot groot genoegen van De Guzman (31). De voormalig Feyenoorder noemt Kovac ‘een harde werker’ die de nadruk legde op fysiek, mentaliteit en loopwerk. [3]
- mechanisme dat iets in beweging kan brengen
- Deze Britse alles-in-éénspeler bevat ook een goede versterker, zodat alleen luidsprekers nodig zijn om alles te kunnen afspelen. Ontvangt (digitale en analoge) radio, bevat een cd-loopwerk, heeft een wifi-antenne en digitale ingangen voor bijvoorbeeld een blu-rayspeler. [4]
- de tandraderen van een klok of horloge
Vertalingen
2. mechanisme dat iets in beweging kan brengen
Gangbaarheid
- Het woord loopwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'loopwerk' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia Roel Lutkenhaus 14-04-09 Pieckenhagen al weer terug op het veld
- Tubantia Wietse Dijkstra 14-11-18 De Guzman leeft op in Frankfurt na vertrek Kovac
- NRC Arlen Poort 8 december 2012 Van het kastje naar de box
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.