loopfiets

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loop·fiets
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord loopfiets loopfietsen
verkleinwoord loopfietsje loopfietsjes

Zelfstandig naamwoord

loopfiets v / m

  1. voorloper van de fiets met pedalen waarbij men zich met de voeten op de grond afzette
  2. tweewielig hulpmiddel in de revalidatie

Gangbaarheid

  • Het woord loopfiets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.