lokvogel
Nederlands
Woordafbreking
- lok·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lok ww en vogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lokvogel | lokvogels |
verkleinwoord | lokvogeltje | lokvogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
lokvogel m
- iemand die anderen moet verleiden ergens binnen te gaan of iets te ondernemen
- vogel, echt of namaak, om andere vogels te lokken
Gangbaarheid
- Het woord lokvogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lokvogel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.