lokvogel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lok·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lokvogel lokvogels
verkleinwoord lokvogeltje lokvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

lokvogel m

  1. iemand die anderen moet verleiden ergens binnen te gaan of iets te ondernemen
  2. vogel, echt of namaak, om andere vogels te lokken

Gangbaarheid

  • Het woord lokvogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.