lokale

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • lo·ka·le

Bijvoeglijk naamwoord

lokale

  1. verbogen vorm van de stellende trap van lokaal


Deens
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / loˈkæːlə /
Woordafbreking
  • lo·ka·le
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Franse woord local, dat van het Latijnse bijvoeglijke naamwoord localis afgeleid is, dat weer van het Latijnse zelfstandige naamwoord locus komt

Bijvoeglijk naamwoord

lokale, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van lokal

lokale, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van lokal
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   lokale     lokalet     lokaler     lokalerne  
genitief   lokales     lokalets     lokalers     lokalernes  

Zelfstandig naamwoord

lokale

  1. locaal, lokaal
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
  • baglokale
  • forretningslokale
  • fysiklokale
  • klublokale
  • kælderlokale
  • lagerlokale
  • lokaleforhold
  • mødelokale
  • produktionslokale
  • restaurationslokale
  • retslokale
  • selskabslokale
  • udstillingslokale
  • øvelokale
Verwante begrippen


Noors
Woordafbreking
  • lo·ka·le
Naar frequentie 2815

Bijvoeglijk naamwoord

lokale, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van lokal

lokale, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van lokal


Nynorsk
Woordafbreking
  • lo·ka·le

Bijvoeglijk naamwoord

lokale, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van lokal

lokale, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van lokal
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.