liggend
Nederlands
Woordafbreking
- lig·gend
Woordherkomst en -opbouw
- liggen met uitgang -d
Werkwoord
vervoeging van |
---|
liggen |
liggend
- onvoltooid deelwoord van liggen
stellend | |
---|---|
onverbogen | liggend |
verbogen | liggende |
partitief | liggends |
Bijvoeglijk naamwoord
liggend
- zich horizontaal en in rust bevindend
- Patiënten worden liggend vervoerd in een ambulance.
- Liggend in bed las hij de krant.
Hyponiemen
|
Gangbaarheid
- Het woord liggend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'liggend' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.