omliggend
Nederlands
Woordafbreking
- om·lig·gend
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omliggen |
omliggend
- onvoltooid deelwoord van omliggen
stellend | |
---|---|
onverbogen | omliggend |
verbogen | omliggende |
partitief | omliggends |
Bijvoeglijk naamwoord
omliggend
- in de buurt gelegen, naburig, rondom gelegen
- De bewoners van Almelo en de omliggende gemeentes moeten voor huisartsenzorg in de avond- nacht- en weekenduren naar de huisartsenpost Almelo.
Gangbaarheid
- Het woord omliggend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'omliggend' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.