omliggend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·lig·gend

Werkwoord

vervoeging van
omliggen

omliggend

  1. onvoltooid deelwoord van omliggen
stellend
onverbogen omliggend
verbogen omliggende
partitief omliggends

Bijvoeglijk naamwoord

omliggend

  1. in de buurt gelegen, naburig, rondom gelegen
    • De bewoners van Almelo en de omliggende gemeentes moeten voor huisartsenzorg in de avond- nacht- en weekenduren naar de huisartsenpost Almelo. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord omliggend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.