lichting
Nederlands
Woordafbreking
- lich·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lichting | lichtingen |
verkleinwoord | lichtinkje | lichtinkjes |
Zelfstandig naamwoord
lichting v [1]
- groep mensen die tegelijkertijd wordt opgeroepen voor iets, m.n. de militaire dienst
- Hij hoorde tot de lichting 1950-2
- het leegmaken van een brievenbus op straat
- De volgende lichting is om 18.00 uur
Hyponiemen
- buslichting, handlichting
Afgeleide begrippen
- lichtingsgewijs, lichtingskap, lichtingstijd
Gangbaarheid
- Het woord lichting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lichting' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.