lepelboom

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • le·pel·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lepelboom lepelbomen
verkleinwoord lepelboompje lepelboompjes

Zelfstandig naamwoord

lepelboom m [1]

  1. (plantkunde) heideachtige plant van het geslacht Kalmia
Synoniemen
  • lepelstruik
Hyponiemen
  • berglepelboom

Gangbaarheid
  • Het woord 'lepelboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.