leiderschap
Nederlands
Woordafbreking
- lei·der·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leiderschap | leiderschappen |
verkleinwoord | leiderschapje | leiderschapjes |
Zelfstandig naamwoord
leiderschap o
- het geheel aan leiding geven aan medewerkers en volgelingen
- Onder het leiderschap van Mozes was duidelijk wie er wel en niet bij hoorde.[1]
Gangbaarheid
- Het woord leiderschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'leiderschap' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.